Informatie over voorkeurshouding

Wat is een voorkeurshouding?

Als een baby een voorkeurshouding heeft, houdt hij (of zij) het hoofd bijna altijd naar één kant gedraaid. Niet alleen als hij slaapt, maar vaak ook als hij wakker is. Een voorkeurshouding
kan de ontwikkeling van een baby nadelig beïnvloeden.
Omdat de schedel van een baby tijdens de eerste levensmaanden van nature zacht is, kan het
zo zijn dat het hoofd aan één kant een afplatting krijgt en daardoor scheef groeit.
Ook kan alleen het achterhoofd plat worden. Slaap- en speelhoudingen oefenen invloed
uit op de vorm van het hoofd. Het is daarom wenselijk dat uw baby in afwisselende
houdingen slaapt en speelt. Daarmee voorkomt u dat uw baby een voorkeurshouding
ontwikkelt.

Meten van een asymmetrisch hoofd

Om goed te kunnen beoordelen wat de daadwerkelijke scheefstand is, is er door Leo van Vlimmeren een meetinstrument ontwikkeld, de plagiocephalometrie. Deze methode is niet elastend voor uw baby en geeft een duidelijke uitslag.
Silvia Thyssen is gecertificeerd voor het meten met een plagiocephalometrie.
Indien uw kind wordt doorverwezen voor een voorkeurshouding en er is sprake van een scheefstand van het hoofd, wordt er aan het begin van de behandeling een meting verricht.
Rond de leeftijd van 5 maanden, wordt die meting nogmaals gedaan om te bepalen wat het resultaat is van behandeling. Indien nodig, wordt er doorverwezen naar een kinderarts.

Voorkomen van een voorkeurshouding.

Het beste is dat uw baby als hij slaapt afwisselend met het hoofd naar rechts en naar links ligt. Het is belangrijk dat hij als hij wakker is in verschillende houdingen ligt, speelt en verzorgd wordt.
Vooral het regelmatig spelen op de buik is erg belangrijk!